-
1 flummox
v. in verwarring brengen, van zijn stuk brengen (slang) -
2 puzzle
n. puzzle; probleemstelling; spel--------v. verwonderen; in verlegenheid brengen; verwondering wekkenpuzzle1[ puzl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————puzzle2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:puzzle something out • iets uitpluizen/uitknobbelen -
3 confuse
v. verwarren; in verlegenheid brengen[ kənfjoe:z]1 in de war brengen ⇒ verwarren, in verwarring brengen♦voorbeelden: -
4 nonplus
v. verwarren, in verwarring brengen; doen verbazen[ - plus] 〈 nonplussed〉1 in verlegenheid brengen ⇒ van zijn stuk brengen, onthutsen -
5 throw
n. worp, gooi--------v. werpen; toegooien; afgooien; gooien metthrow1[ θroo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————throw2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 richten ⇒ (toe)werpen, toezenden7 snel op zijn plaats brengen ⇒ werpen, leggen, maken8 verslaan9 maken ⇒ hebben, organiseren♦voorbeelden:1 throw dice • dobbelstenen gooien, dobbelenthe horse threw him • het paard wierp hem afthrow its feathers • ruiensnakes throw their skins • slangen werpen hun huid afthrow oneself at someone • zich op iemand storten/werpen; zich aan iemand opdringenthrow oneself into something • zich ergens op werpen, zich enthousiast ergens in stortenhe was thrown into prison • hij werd in de gevangenis geworpenthrow a cape over one's shoulders • zich een cape over de schouders gooienbe thrown (back) upon one's own resources • op zichzelf worden teruggeworpenhe threw us a sarcastic look • hij wierp ons een sarcastische blik toethrow the switch to ‘off’ • de schakelaar op ‘uit’ zettenthrow someone into confusion/into a fit • iemand in verwarring brengen/een stuip bezorgenthey were thrown out of work • ze waren ineens zonder werkthrown upon each other • op elkaar aangewezen→ throw about throw about/, throw around throw around/, throw away throw away/, throw back throw back/, throw down throw down/, throw in throw in/, throw off throw off/, throw out throw out/, throw over throw over/, throw overboard throw overboard/, throw together throw together/, throw up throw up/ -
6 unbalance
v. uit zijn evenwicht brengen[ unbæləns] -
7 confound
-
8 faze
v. in verwarring brengen, van streek maken[ feez] 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 -
9 throw someone into confusion/into a fit
throw someone into confusion/into a fitiemand in verwarring brengen/een stuip bezorgenEnglish-Dutch dictionary > throw someone into confusion/into a fit
-
10 shame the devil
de duivel in verwarring brengen -
11 throw into confusion
iemand in verwarring brengen -
12 flurry
n. vlaag, windstoot; opwinding, verwarring, beroering--------v. zenuwachtig maken, agiteren, jachten; in de war brengenflurry1[ flurrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: flurries〉2 opwinding ⇒ verwarring, beroering♦voorbeelden:1 flurries of snow • sneeuwvlagen/buienin a flurry of excitement • in een vlaag van opwinding————————flurry2〈werkwoord; flurried〉♦voorbeelden: -
13 mix up
verwarren, in de war brengen; door elkaar gooien; verwarring, warboel; gevechtmix up3 overhoop/door elkaar gooien -
14 fluster
n. verwarren, zenuwachtig maken--------v. verwarren, iemand zich ergens voor laten schamen, ergerenfluster1[ flustə] 〈zelfstandig naamwoord; alleen enkelvoud〉♦voorbeelden:————————fluster2〈 werkwoord〉1 van de wijs brengen ⇒ verwarren, zenuwachtig maken -
15 muddle
n. wanorde; rommel--------v. verwarren; verspillen; vervuilen, lelijk maken; wanorde veroorzaken; aanmodderenmuddle1[ mudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make a muddle of • verknoeien, in de war sturenin a muddle • in de war————————muddle2♦voorbeelden:muddle through • met vallen en opstaan het einde halenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 make hay of
ergens verwarring in brengen, iets in de war schoppen, ergens mee hooien -
17 malodorant
adj. slechte reuk hebbend, stinkt, met slechte geur--------n. slechte geur; wapen dat gebruikt maar van een walgelijke geur om vijand in verwarring te brengen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский